Belastingen overig

De overige belastingen zijn de door Nissewaard naast de onroerende-zaakbelasting (algemene belasting) geheven belastingen.

De gemeente Nissewaard heft drie soorten belastingen:

algemene belastingen

voor dienstverlening met een collectief karakter;
de gemeente bepaalt zelf voor welke dienstverlening ze de opbrengst van deze belastingen gebruikt;
de tarieven van deze belastingen komen niet tot stand door het toerekenen van met deze belastingen samenhangende kosten.

bestemmingsbelastingen

voor dienstverlening met een collectief karakter;
de gemeente gebruikt de gehele opbrengst van de deze belastingen voor de dekking van de kosten van de gemeentelijke taken, genoemd in het wetsartikel waaraan de gemeente de bevoegdheid ontleent om deze belastingen te heffen;
de tarieven van deze belastingen komen tot stand door het toerekenen van direct en indirect met deze belastingen samenhangende kosten;
de opbrengst mag niet hoger zijn dan de kosten (kostendekking maximaal 100%).

rechten (ook retributies genoemd)

voor dienstverlening met een individueel karakter (de gemeente verleent de dienst exclusief aan degene die de dienst aanvraagt en het daarvoor geheven recht betaalt);
de tarieven van deze belastingen komen tot stand door het toerekenen van direct en indirect met deze belastingen samenhangende kosten;
de opbrengst mag niet hoger zijn dan de kosten (kostendekking maximaal 100%).

De gemeente Nissewaard heft, naast de onroerende-zaakbelasting, de volgende algemene belastingen:

de forensenbelasting (223 Gemeentewet);
de toeristenbelasting (224 Gemeentewet);
de parkeerbelastingen (225 Gemeentewet);
de precariobelasting (228 Gemeentewet).

De gemeente Nissewaard heft de volgende bestemmingsbelastingen:

de rioolheffing (228a Gemeentewet);
de afvalstoffenheffing (15.33 Wet milieubeheer);
de hondenbelasting (226 Gemeentewet); [1]
de BIZ-bijdrage (1, eerste lid, Wet op de bedrijveninvesteringszones).

De gemeente Nissewaard heft de volgende rechten (retributies):

de leges (229, eerste lid, onderdeel b, Gemeentewet);
de leges voor een Nederlandse Identiteitskaart (2, tweede lid, en 7 Paspoortwet);
de lijkbezorgingsrechten (229, eerste lid, onderdelen a en b, Gemeentewet);
de marktgelden (229, eerste lid, onderdelen a en b, Gemeentewet);
de haven-, kade- en opslaggelden (229, eerste lid, onderdelen a en b, Gemeentewet).

[1] De hondenbelasting is op grond van artikel 226 van de Gemeentewet een algemene belasting. De gemeente kan kiezen voor welk beleidsdoel ze de opbrengst van deze belasting aanwendt. In november 2021 heeft u besloten om de hondenbelasting als doelbelasting te beschouwen. De gemeente gebruikt de opbrengst van de hondenbelasting sindsdien volledig voor de financiering van het hondenbeleid en voor de financiering van het heffen van hondenbelasting.